Nieuws

Box 3 opgaaf werkelijk rendement

Geschreven door Taxperience | augustus 2025

 

Inmiddels worden door de Belastingdienst op individuele basis belastingplichtigen benaderd voor elk jaar waarover de Belastingdienst vaststelt dat mogelijk een opgaaf werkelijk rendement van toepassing is.

Het formulier opgaaf werkelijk rendement is te vinden in de persoonlijke ‘Mijn Belastingdienst’ omgeving. Indien gewenst kan telefonisch een papieren versie van de opgaaf worden besteld. Als belastingadviseur heeft Taxperience eigen software waarmee deze opgaaf kan worden opgesteld en ingediend.

Om het formulier op juiste wijze in te vullen is diverse informatie nodig zoals bijvoorbeeld:

  1. Overzicht van de aan- en verkopen van effecten en andere vermogensbestanddelen en hiermee (on)gerealiseerde opbrengsten;
  2. Rekeningafschriften om (on)gerealiseerde valutaresultaten te bepalen;
  3. WOZ-opgaven of vergelijkbare waarde opgaven van in bezit zijnde (rechten op) binnen- en buitenlands onroerende goederen en/of gronden;
  4. Rekeningafschriften/jaaroverzichten ter bevestiging van ontvangen rentes en dividenden;
  5. Opgaven omtrent betaalde rente en financieringslasten.

Waar deze informatie inmiddels door diverse Nederlandse banken en vermogensbeheerders voor hun klanten wordt verzameld en ter beschikking gesteld, is dit in geval van buitenlandse bezittingen mogelijk een moeilijkere opgave waarmee tijdig aangevangen dient te worden.

Twijfelt u of dat indiening van een opgaaf werkelijk rendement voor u zinvol is dan is hiervoor een algemene checklist beschikbaar op de site van de Belastingdienst. Deze is te benaderen via deze link.

Bij deze check dient echter rekening te worden gehouden met het volgende.

  • Het gaat in de opgaaf (per betreffende jaar) om het totale feitelijke rendement ten opzichte van het totale forfaitaire inkomen in een jaar; de Belastingdienst kijkt dus niet per vermogensbestanddeel.
  • In geval van (enkel) bank- en spaartegoeden zal het werkelijk rendement vaak niet lager zijn dan het forfaitaire rendement voor de jaren 2021 tot en met nu. Voor de jaren 2017 tot en met 2020 kan dit anders zijn.
  • Bij effecten is (afhankelijk van de samenstelling van de portefeuille) het werkelijke rendement vaak niet lager dan het forfaitaire rendement. Het belastingjaar 2022 vormt hierop echter veelal een uitzondering. Door slechte beleggingsresultaten kan het zijn dat in dit jaar het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement;
  • Bij in Nederland gelegen onroerend goed worden de (on)gerealiseerde waarde mutaties bepaald op basis van de vastgestelde WOZ-waarden. Bij zakelijk onroerend goed aandelen geldt de waarde in het economisch verkeer. Afhankelijk van de ontvangen huren zal hierdoor het werkelijke rendement vaak niet lager uitvallen dan het forfaitaire rendement;
  • Afhankelijk van de samenstelling van het vermogen, kan in het geval van recht op voorkoming van dubbele belasting de belastingheffing over het werkelijke rendement hoger uitvallen dan die zoals eerder in de aangiften berekend in de fictieve rendement situatie.
  • Van belang is dat volgens huidige opgaaf van de Belastingdienst het formulier “Opgaaf werkelijk rendement” binnen 12 weken na dagtekening van de uitnodiging hiertoe moet worden ingediend. Indien Taxperience deze opgaaf opstelt en indient, geldt een langere termijn waarover de Belastingdienst op de hoogte gebracht dient te worden.

Of het dus wel of niet zinvol is om een opgaaf werkelijk rendement te dienen, zal - rekening houdende met het bovengenoemde, per belastingjaar verschillen en vergt dus tijd en maatwerk. Hierbij helpt niet dat in de fiscale praktijk op dit moment alweer een discussie gaande is aangezien bij de bepaling van het werkelijke rendement op geen enkel wijze rekening gehouden mag worden met andere kosten dan financieringskosten. Hierdoor mogen ondermeer aan- en verkoopkosten van effecten, jaarlijks beheerskosten (zoals berekend door banken en vermogensbeheerders) en onderhoudskosten in geval van verhuurd onroerend goed niet in aanmerking worden genomen in deze opgaaf. Om deze kosten mogelijk alsnog in aanmerking genomen te krijgen is een nieuwe gang naar de rechter zeer waarschijnlijk noodzakelijk en dient dus na ontvangst van de gewijzigde aanslag inkomstenbelasting wederom bezwaar te worden aangetekend en beroep te worden ingediend (met de daarbij behorende kosten).

Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande vragen hebben of assistentie willen, aarzelt u dan niet om contact met ons op te nemen.